De Witte Brug

Vanaf 1830 tot 1872 stond op het perceel waarop nu De Witte Brug (Terwoldseweg 1) en de dienstwoning (Terwoldseweg 3) staat, een eenvoudig huis Beekzicht genaamd, dat bewoond werd door de gemeentearts Pennink. Na de sloop hiervan liet de Amsterdamse bankier W.O. Kerkhoven (geboren op Hunderen) in 1872 een villa met belvédere Eureka geheten bouwen. In 1877  komt het in andere handen en wordt het verhuurd als meisjespensionaat. Van 1887 tot 1907 woont burgemeester Crommelin op Eureka.

In 1911 komt Eureka in handen van de Deventer bankier Ankersmit, die de naam van het pand en goed laat veranderen in Beekwolde. Bijzonder is dat  hij elektrisch licht aanleggen, een novum in die tijd. In 1922 wordt Beekwolde verkocht aan mr. P.A. Birnie uit Deventer, telg uit de bekende Deventer Birnie familie. In 1953 verkoopt de weduwe van Birnie het goed aan de heer Renderink van de Statenhoed (Dorpsstraat Twello), die er een hotel van maakt onder de naam “Witte Brug”. Het pand wordt in deze periode wit gepleisterd. In 1964 komt de Witte Brug in handen van de Nederlandse Staat, die er een meisjesinternaat van het ministerie van Justitie in vestigt. Nadat de Witte Brug sinds begin jaren’80 van de vorige eeuw nog in handen is geweest van de Twellose Woningstichting Goed Wonen, kwam het in 2008 in particuliere handen.

De Witte Brug is een rijksmonument.