Keizershof

Bouwjaar 1652-1653.

De vooralsnog vroegst bekende vermelding van de naam de Keizershof of het Keizershof dateert uil !732. Deze is terug te vinden in een (door de schout van het ambt Voorst bijgehouden) protocol van eigendomsoverdrachten van het kerspel Voorst. Boerderij de Keizershof is - althans in aanleg - ouder dan de naam. Al ruim voor !732 stond het boerenhuis - of een voorganger ervan - bekend onder twee andere namen. De oudst bekende eerdere naam was Agneshofstede of Agnes Costershofstede. Dat duidt erop dat de Keizershof onder zijn oudere benaming heeft toebehoord aan zekere Agnes Costers. Omstreeks 1714 veranderde de naam Agneshofstede in: de Roscam. Deze typische herbergnaam wijst erop dat omstreeks die tijd een herbergiersbedrijf in het boerenhuis werd gevestigd. Dat sprake was van een herberg blijkt ook uit een later feit: in 1749 werd een gedeelte van de Keizershof gehuurd en geëxploiteerd door de herbergier Peter Bresser en diens vrouw twee kinderen en een knecht. De Keizershof is tot omstreeks 1980 in gebruik geweest als boerderij. De brede deel met zijn oude gebintwerk en aflopende (cultuur-historisch waardevolle) leemvloer herinnert nog aan dit agrarische verleden

Aan het einde van de vorige eeuw ging het gerucht dat het spookte in de Keizershof. Een duivelbanner werd geroepen en hij liet zand in een der vertrekken brengen. Daar bande hij het spook in, en nu werd het zand op een' wagen geladen. Dat kostte grote moeite, en vier paarden waren bijna niet in staat, de wagen te trekken. In een poeltje, in de richting. van Apeldoorn, werd het betoverde zand geworpen en een vingerhoed daarbij. Als het spook met die vingerhoed het poeltje heeft leeg geschept, mag het op het Keizershof terug keren. Sindsdien heeft men in het huis geen spook meer vernomen.

Keizershof is een rijksmonument.